Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], (Want Hij was nog op niemand van hen gevallen, maar zij waren alleenlijk gedoopt [17]in den Naam van den Heere Jezus.) 17. Door deze woorden wordt niet uitgedrukt de vorm van den doop, waarvan Christus spreekt Matth.28:19, maar het einde waartoe de doop diende, namelijk om hun te betekenen dat zij door den doop Christus en Zijne gemeente werden ingelijfd; Rom.6:3; Gal.3:27.